Het is lente! Wat zijn we er aan toe, zelfs Anouk zong erover tijdens het weerbericht. Ook in het theater is de lente aangebroken.
In de winter voelde de wind guur en moest kunst en cultuur strijden om haar bestaan. We moesten bewijzen wat de toegevoegde waarde is en we leden lang onder het label van subsidieslurpers. We moesten het redden met minimale middelen.
Thermometer van de tijdgeest
Nu is een lentebries voelbaar. In de cultuurbrief Cultuur in een open samenleving beschrijft minister Engelshoven hoe de plannen van het regeerakkoord voor cultuur worden uitgewerkt.
Hier lees je letterlijk ‘Cultuur heeft in de eerste plaats een eigen, intrinsieke waarde. Als uiting van aller diepste gedachten of zielenroerselen, van schoonheid en verfijning, of juist van confrontatie en rauwheid. Daarnaast heeft cultuur ook een belangrijke maatschappelijke functie, als thermometer voor de tijdgeest.’
Ook de aandacht voor investeren in jong talent is terug. En bijna nonchalant vanzelfsprekend schrijft de minister over de noodzaak van redelijke subsidiebedragen en een eerlijke beloning voor werkenden in de sector. Voor de periode 2021-2024 stelt ze zelfs voor de Fair Practice Code als subsidieeis in te stellen.
Uitdaging voor iedereen
De Raad voor Cultuur publiceerde enkele weken eerder het sectoradvies Over grenzen. In dit advies beschrijft ze de sector Theater zowel vanuit artistiek perspectief als uit maatschappelijk en economisch perspectief. Door deze brede blik wordt de sector echt recht aan gedaan en serieus genomen. De raad laat de kracht zien van de sector in de volle breedte en de behoefte om maatschappelijk meer impact te hebben.
Ze daagt de sector ook uit! Terecht constateert ze dat het aanbod meer moet meebewegen met veranderende samenstelling van het publiek en andere interesses. Ze roept theaters en gezelschappen op beter samen te werken als het gaat om marketing en de professionaliseringslag die daarin moet worden gemaakt. Ze beveelt gezamenlijk publieksonderzoek aan.
Maatschappelijke voetafdruk
Het meeste indruk maakt de oproep aan het theaterveld om de maatschappelijke voetafdruk te vergroten. De sector moet inclusiever zijn. Het gesubsidieerde aanbod is onvoldoende een afspiegeling van de Nederlandse bevolking. En een groot potentieel publiek wordt niet aangeboord.
‘Zo hebben potentiële bezoekers vaak het idee dat theater niet iets voor hen is: het voelt als elitair, misschien moet je de hele avond stilzitten, zit je tussen alleen maar oude mensen en is het gebodene erg ingewikkeld.‘ De Raad, een orgaan dat voorheen het artistieke oordeel boven alles had staan, citeert hier potentieel publiek dat niet wordt bereikt!
Frisse ambitie
Het is een opdracht voor alle spelers in het theaterveld. Maar hoe doe je dat, jouw maatschappelijke voetafdruk vergroten? Hoe zorg je dat jouw organisatie inclusiever wordt? Hoe bereik je de niet-bezoeker in jouw stad of regio?
Ik hoop dat het je uitdaagt en ambitieus maakt. Dat je nieuwsgierig bent en naar buiten gaat. Want een nieuw seizoen is aangebroken. De warme winterjas – die het zo goed deed toen we moesten overleven – mag uit.
lijn