Zonder toekomstperspectief is het lastig plannen maken, zo schreef ik in het vorige blog. Het is wél mogelijk om inzicht in het proces te creëren door het in stappen op te delen en te visualiseren door middel van een roadmap of routekaart, liet ik zien.
Maar we hebben als mens een punt op de horizon nodig. Een beeld, liefst zo concreet mogelijk, waar we ons naar toe bewegen.
Punt op de horizon
Dat punt wordt nu door de meeste mensen aangeduid als het ‘nieuwe normaal’. Voor grote delen van de maatschappij bevindt dit punt zich naar verwachting rond 1 september, wanneer de meesten zijn opgestart in de anderhalve meter variant.
Voor de culturele wereld zal de opstart echter veel later plaatsvinden. En de vraag is hoe het ‘nieuwe normaal’ er dan uit ziet.
De Raad voor Cultuur beschrijft in haar brief van 18 mei 2020 aan de minister van OCW de gevolgen voor de culturele praktijken aan de hand van drie scenario’s. Het eerste scenario is de lockdown, het tweede scenario beschrijft de tussenfase van de anderhalve meter. Het derde scenario tot slot is dat van het ‘nieuwe normaal’.
Vernieuwing wordt standaarduitrusting
Kort gezegd ziet de Raad het ‘nieuwe normaal’ als een mengvorm. We maken en presenteren cultuur deels op de oude wijze -bijvoorbeeld voor een groot publiek- maar ook op manieren die we hebben uitgevonden tijdens de lockdown-periode en gedurende de anderhalve meter-periode.
De nieuwe situatie wordt dus een totaalpakket. Alles wat we door de omstandigheden hebben uitgevonden en alle vernieuwingen die we versneld hebben doorgevoerd; het gaat allemaal tot onze standaarduitrusting behoren en we gaan het straks in samenhang aanbieden; online, in kleine groepen, op andere locaties, in andere bezettingen, nieuw repertoire.
Een heel interessant beeld om op door te denken!
Experimenteren
Door dit beeld van het ‘nieuwe normaal’ namelijk als stip op de horizon te gebruiken, is alles wat je de komende tijd ontwikkelt méér dan een tijdelijke en praktische aanpassing. Je zult het komend seizoen en waarschijnlijk langer blijven inzetten.
Dat maakt het heel legitiem om er uren voor vrij te maken en het motiveert om er energie in te stoppen! Het beeld van het totaalpakket zet aan om nu te gaan experimenteren.
Om nieuwe vormen te ontwikkelen en te onderzoeken wat deze vormen betekenen voor de culturele ervaring van de bezoeker. Maar ook voor de sociale betekenis, de ontmoeting, de uitwisseling. Wat kun je daarin nu (nog meer) betekenen als culturele instelling, plek, festival?
Uitvinden
En wat betekent dit voor je als maker, tot welk nieuwe artistiek aanbod leidt dit? Hoe kan digitalisering hierbij een nieuwe rol spelen? En welke verdienmodellen zijn nog meer mogelijk?
Het daagt je uit om door te pakken met het creëren van een inclusieve, innovatieve en lerende cultuur in je organisatie, want die heb je hard nodig voor het experimenteren en opnieuw uitvinden.
Ik realiseer me dat het een enorme opgave is om toe te werken naar dit ‘nieuwe normaal’, terwijl we nog maar net uit de lockdown komen en voorzichtig de anderhalve meter variant verkennen. Maar het biedt ook kansen.
Ik ben benieuwd of je dat met me eens bent. Ik hoor het graag!