Er was eens een idee, dat veranderde in een flard. De flard groeide uit tot een heuse realisatie. Voldaan klotste het rond in mijn hoofd. Tot het bewust van zijn potentie naar buiten glipte in een zin: Hoe creativiteit in te zetten bij culturele organisaties bij de ontwikkeling van lastige innovatievraagstukken. De reactie op die zin was instemmend gemompel en een vraag: ‘Hoe zie je dat dan voor je?’.

De zin werd verder onder woorden gebracht, op schrift gezet, verbeterd en bijgeslepen. Waarna ik het op reis stuurde. Via de ene collega: ‘Zou kunnen, maar hoe zet je dat dan in de markt. Zitten ze daar wel op te wachten?’ naar een consultant: ‘Oké, maar hoe dan? Je bent geen manager daar, ben je dan consultant of procesbegeleider? Je moet kiezen.’ Ik bekeek het idee nog eens goed en gaf het na de gesprekken vorm: ik zou het combineren het met mijn jarenlange ervaring en kennis.

Dat kan niet

Voldaan bekeek het getransformeerde idee naar zichzelf in de spiegel. Vol zelfvertrouwen liet het zich weer zien aan de geconsulteerde. Die vond het idee op zich wel beter maar de uitvoering leek hem niet aan te staan. ‘De combinatie kan niet. Hoe zou je dat moeten doen? En trouwens, hoe gaan ze dat betalen?’ Teleurgesteld kwam het idee weer terug. Het vroeg zich af of hij wel goed genoeg was. Hij trok zijn bekritiseerde jas uit en gooide zijn pet af.

Warme sjaal

Maar tijdens een Social Safari Service design besefte ik hoe het wel kon. Het was zelfs leuk en creatief! Ook leerde ik Jonas kennen. Ik introduceerde mijn idee aan hem. Met zijn expertise hielpen we het idee zich verder te ontwikkelen.

Hierna gaf ik het idee weer een spiegel. Na even aarzelen, bekeek het zichzelf weer. Hij streek over zijn nieuwe shirt, keurde de kleuren. Hij nam het resultaat kritisch op en pakte na enig zoeken nog een warme sjaal uit de la. Nadat hij die had omgedaan zei hij: Ik denk dat ik weer op reis moet.

In het echt

We probeerden het uitgedachte idee uit, want het was mooi op papier, maar hoe zou het gaan in het echt? Hij ging langs bij een eerste theatergroep en besprak hoe hij onderdeel kon worden van hun leven. Na de eerste kennismaking werd al snel duidelijk hoe hij het best op zijn plek was. Het idee groeide en paste zich een beetje aan.

Rode konen

Maar ook wij, zijn collega’s kregen door wat het voor ons betekende. Het was duidelijk een andere aanpak: een andere samenwerking binnen de organisatie. Het werden bruisende en creatieve sessies, rode konen bij de teams. Oké, soms wat chaotisch en te vol. Maar we leerden wat wel werkte en niet. We maakten video opnamen en we schreven alles op om het de volgende keer beter te doen.

Ik besloot dat ik het idee kon omzetten in een nieuwe vorm. Ik noemde het CultuurOntwerp.