Lijkt het zo, of valt het woord ‘post corona’ vaker de laatste week? En is dat omdat het einde van het jaar nadert en we gewoon zijn dan vooruit te kijken? Omdat we zo’n enorme behoefte hebben aan een eindstreep?
Of is het de realisatie dat het werk er dan klaar voor moeten zijn en we voor de vraag staan: voor wat dan precies? Hoe gaan we straks dan verder?
Post corona
Eerder dit jaar beschreef de Raad voor Cultuur post corona – toen nog aangeduid als het ‘nieuwe normaal’ – als een situatie waarbij het culturele aanbod een samenhangend geheel is, dat bestaat uit wat we voor corona deden en uit de activiteiten die we nu uitvinden, uitproberen en testen.
Over dat laatste schreef ik in juni in deze mailing “Ik ben er echt van overtuigd dat seizoen 2020/21 hét experimenteerseizoen wordt. Gedwongen door de omstandigheden, maar ook vanuit het besef dat deze periode kansen biedt.“
Daarbij gesteund door het punt op de horizon dat de Raad had geschetst.
Jaar vol experimenten
Inmiddels kunnen we zeggen dat er volop is uitgevonden. Zoals nieuwe en veilige manieren om bezoekers ‘door te laten stromen’ in museum en bibliotheek en veilig een voorstelling te laten bezoeken.
Maar ook aangepast en nieuw aanbod, offline en online, voor kleinere groepen, op andere locaties, in andere bezettingen, met nieuw repertoire, in nieuwe samenwerkingen, noem het maar op.
In het advies Onderweg naar overmorgen dat de Raad in november uitbracht, constateert hij dan ook dat de sector zeker wendbaar is. Wel wendbaar, maar niet weerbaar. Want wat levert dit allemaal op? Hoe word je een wendbare én een financieel gezonde organisatie?
De sleutel
Het antwoord is er niet kant en klaar. Wel is er een sleutel: leer van het experimenteren. Zorg ervoor dat je leert over die cruciale aspecten, waarop je nu nog niet het antwoord hebt.
Dit zorgt er ook voor dat je het resultaat kan overdragen, zodat ook collega’s of zelfs andere sub-sectoren er mee verder kunnen. Het brengt het opschalen naar een grotere omvang – en daarmee financiële haalbaarheid – dichterbij.
Precies deze beproefde methode brengt de Raad naar de sector. En hij adviseert deze experimenteerruimte concreet te realiseren in de vorm van fieldlabs.
Einde jaar
Juist omdat dat er al veel uitgeprobeerd wordt, liggen grote kansen om te leren en om meer kennis en ervaring uit te wisselen. Zo investeer je in de toekomstbestendigheid van de hele sector.
Mij bekruipt mij alvast een beetje dat eindejaar- reflectie-gevoel. Wat kunnen we nog doen? Wat kunnen we leren? Hoe maken we ons klaar voor wat hierna komt? Benieuwd of je dat herkent!