Er zijn woorden die je niet meer kunt horen. Die je te vaak hebt gehoord en daardoor bijna niets meer betekenen. Uitgeholde begrippen. Of begrippen die alleen in een ‘enge’ definitie worden gebruikt en daardoor aan betekenis verliezen.

Ambachtelijk gebakken brood
Super spijtig, want het zijn waardevolle woorden. Woorden als Vernieuwing en Cultureel Ondernemerschap staan hiermee in hetzelfde rijtje als authentiek, ambachtelijk en onderscheidend.
Woorden die vaak voor subsidiedoeleinden zijn gebruikt, hebben een eenzijdige focus gekregen, omgeven door een sfeer van moeten en verplichting.

Artistieke vernieuwing bijvoorbeeld was jarenlang het belangrijkste criterium bij het beoordelen van subsidie-aanvragen. Het leverde een uniek en veelzijdig landschap op van gezelschappen. Wel een versnipperd landschap, ver verwijderd van het publiek en heel kostbaar, was de conclusie jaren later.

Kunstbeschermer?
Cultureel ondernemerschap moest dat gaan verhelpen. Ondernemerschap dat werd gedefinieerd als… Ja, als wat eigenlijk? Voornamelijk als eis tot meer eigen inkomsten in verhouding tot subsidie-inkomsten: meer publieksinkomsten, meer sponsoring met veel aandacht voor het mecenaat.

Belangrijk, maar ook jammer als de invulling van Cultureel ondernemerschap niet verder gaat dan deze definitie. Of wanneer een instrument als de culturele lening als hèt instrument voor ondernemerschap wordt gepresenteerd.
Hier mis ik echt aandacht voor essentiële aspecten van ondernemerschap: namelijk kansen zien en antwoorden realiseren op nieuwe ontwikkelingen.

Snel weer in de oude staat terug
Of neem Veerkracht. Een prachtig, sterk woord. De minister gebruikt het graag om de sector te complimenteren met hoe zij is omgegaan met de bezuinigingen. Dat onder een ongunstig gesternte en met veel minder middelen nog steeds zoveel prachtige kunst wordt gemaakt. En dat is ook zo. De passie is ongekend en inventief zijn we zeker.

Maar is het veerkrachtig? Het lijkt ook op iets anders. Op vasthouden aan iets wat was. Op binnen hetzelfde karrenspoor blijven.

Of leren en verbeteren?
In de Trendrede is 2017 uitgeroepen tot het jaar van de veerkracht. De Nationale Veerkracht leidt tot zinvolle oplossingen voor problemen, is de verwachting. En hoewel veel ‘pioniers en early adopters buiten het zicht van de camera’ opereren, weten de schrijvers een hoopvolle opsomming van voorbeelden te geven van mensen en organisaties die nieuwe betekenis toevoegen aan de bestaande gang van zaken.

Zoals in de documentaire De kinderen van Juf Kiet waarin de lerares van een klas vol vluchtelingenkinderen een veilige oase maakt. Of het kinderprogramma ‘Ik ben Nederlander’ van acteur Jack Wouterse .
Sociale ondernemingen als Tony’s Chocolonely en interventies zoals Follow this, de aandeelhouders groep die een groene revolutie wil veroorzaken bij Shell.

In de podiumkunsten gaan we er prat op, dat we ons aanpassen, wendbaar zijn. Maar zijn we echt vernieuwend? Gaan we niet uit van dezelfde paradigma’s en wat is er veranderd aan de manier waarop we onze rol vormgeven?

Oplossen
Het voorbeeld van Buurtzorg wordt vaak gegeven en klinkt daardoor misschien ook wat uitgekauwd. Maar het is niet voor niets. Het is briljant om een overbekend probleem voor een organisatie in de thuiszorg, namelijk te weinig tijd voor de patiënt en te veel tijd aan bureaucratie, echt op te lossen. En wel zo, dat de kwaliteit verbetert en de zorg goedkoper wordt.

Hoe? Door het werk op een wezenlijk andere manier te organiseren met zelfsturende teams, nauwelijks management en gebaseerd op vertrouwen in de professionals.

Beweeglijk en alert
Hoe doet jouw organisatie het? Heb je mooie voorbeelden van collega’s in de (podium) kunsten of het onderwijs?
Deel ze! Ik verzamel ze en wil ze graag presenteren. Kunnen we de woorden Vernieuwing en Cultureel ondernemerschap toch nog van inhoud voorzien!

Enne.. loop jij zelf met een vernieuwend idee rond? Wil je aan de slag, maar vraag je af hoe dat aan te pakken? Dan beteken ik graag wat voor je door met je mee te denken!